Dat er deze week gemeenteraadsverkiezingen zijn weet u vast wel. Maar wist u dat Utrecht naast de leukste stad van het land, ook de bakermat van de Nederlandse democratie is? Deze blog beschrijft de unieke democratische geschiedenis van Utrecht. Deel 1 gaat over het ontstaan van de Utrechtse gemeenteraad en de hervorming tot een gildendemocratie.
In 1122 kreeg Utrecht uit stadsrechten uit handen van keizer Hendrik V. Dit betekende dat de stad zelf tol mocht heffen en deze niet aan de bisschop hoefde af te dragen. Daarnaast kon Utrecht een stadsmuur en singel aanleggen om zichzelf te verdedigen. Bovendien mocht er een eigen rechtspraak en stadsbestuur worden aangesteld.
De eerste raad
Na 1122 vormden schout en schepenen het stadsbestuur in Utrecht. De leden van het bestuur waren afkomstig uit kringen van Utrechtse geestelijken en rijke kooplieden. Maar al in 1196 werd er, naast het bestuur, een raad van 12 raadsmannen ingesteld. Deze raad, die waarschijnlijk ook bestond uit rijke kooplieden, werd ingeschakeld als er kwesties waren die niet onder de (kerkelijke) rechtspraak vielen. Daarmee heeft Utrecht de oudste raad van Nederland, en tevens de oudste van heel Noordwest Europa.
De Utrechtse gilden
De 13e en 14e eeuw waren een tijd van grote economische bloei voor Utrecht. De groei van de stad zorgde voor het ontstaan van een omvangrijke groep ambachtslieden en kleine handelaren. Deze middenklasse had zich verenigd in gilden en domineerde de lokale economie. Bekende Utrechtse gilden waren de zakkendragers, looiers, smeden en bijlhouwers, waarnaar hedendaagse straatnamen nog altijd verwijzen.
In de middeleeuwse maatschappij namen gilden een belangrijke plaats in. Gilden droegen zorg voor een degelijke beroepsopleiding en beroepsuitoefening. Zij fungeerden als een (financieel) vangnet bij ziekte en ongeval, bijvoorbeeld wanneer de kostwinner van een gezin kwam te overlijden. Ook in militair opzicht droegen gilden hun steentje bij. Elk gilde was verantwoordelijk voor de bemanning en het onderhoud van een deel van de stadsmuur die Utrecht omringde. Gilden vormden de ruggengraat van de stad.
Een Gildendemocratie
Ondanks de belangrijke rol die de gilden innamen, waren de leden uitgesloten van deelname aan het stadsbestuur. Utrecht had weliswaar een raad en bestuur, maar het waren de rijke kooplieden, adel en geestelijken die daar de dienst uitmaakten. De groei van de middenklasse in Utrecht en afname van het aantal kooplieden, deed de machtsbalans echter kantelen. Toen in 1304 de bisschop van Utrecht tijdens een veldtocht gevangen werd genomen, zagen de gilden hun kans schoon. Zij pleegden een machtsgreep en voerden politieke hervormingen door die werden vastgelegd in twee Utrechtse Gildenbrieven (1304 en 1341).
Elk gilde koos twee vertegenwoordigers uit zijn midden. Tezamen vormden deze een college van 42 ´oudermannen´. Dit college bepaalde de samenstelling van de Raad. Jaarlijks wisselde de raad op 2 januari, de dag waarop Maria Lichtmis werd gevierd. De Raad benoemde op zijn beurt de rechterlijke macht. Het stadsbestuur werd samengesteld uit één burgermeester afkomstig uit de Raad, één burgermeester afkomstig uit de rechterlijke macht, en de twee voorzitters van het college van oudermannen (de vertegenwoordigers van de gilden).
In Utrecht ontstond op deze manier al vroeg in de geschiedenis een bestuursysteem dat gebaseerd was op representativiteit, en waar er sprake was van een scheiding (zij het beperkt) van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht. Het was een politiek systeem dat ervoor zorgde dat leden van het gilde invloed konden uitoefenen op het bestuur van de stad. Het gildensysteem was een vroege hervorming in de richting van een democratische samenleving en iets waar we in Utrecht trots op mogen zijn.
Lees meer over de eerste gemeentelijke democratische verkiezing in Nederland (1795) in een volgende blog.
Bronnen:
Slokker, N. (2009) Ruggengraat van de stedelijke samenleving: De rol van gilden in de stad Utrecht 1528-1818
Canon van Nederland: De eerste Utrechtse Gildenbrief
Het Utrechts Archief, permanente tentoonstelling
Vanaf Utrecht Centraal Station is het ongeveer 15 minuten lopen naar het Domplein. Buslijn 2 heeft een halte op het Domplein en doet er 8 minuten over vanaf het station. Op het Janskerkhof stoppen ook veel bussen. Deze halte ligt op 5 minuten lopen van het Domplein. Kijk op 9292.nl wat de snelste optie is.
Parkeren in het centrum
Op straat parkeren is duur en er zijn niet altijd vrije plekken. In de buurt van het Domplein liggen een aantal parkeergarage´s. Vooraf reserveren is vaak goedkoper.
Parkeergarage Springweg - Op 5 minuten lopen. Kosten: 2 euro per 25 minuten / 36,- dagkaart
Parkeergarage Hoog-Catharijne P1 - Op 10 minuten lopen.. Kosten: 0,50 cent per 9 minuten / 30,- voor een dagkaart
Park + Ride
P+R Westraven ligt ten zuiden van Utrecht langs de A12. Bij deze P+R kun je overstappen op de tram die je in 12 minuten naar Utrecht Centraal Station brengt. Parkeren kost 6,- per dag en is inclusief tramkaart voor 5 personen.
P+R Science Park
ligt aan de oostrand van Utrecht langs de A28. Bus 28 brengt je in 15 minuten naar het centrum. Voor het Domplein kun je uitstappen bij het Janskerkhof.